Nieuwe Groningse architectuur gaat om meer dan veiligheid en prefab: het mag weer mooi zijn
Het versterken van kapotte Groningse huizen draaide aanvankelijk om geld en veiligheid, en onherstelbare gevallen werden vervangen door kant-en-klare catalogushuizen. Zonde, vonden velen. Sinds kort speelt schoonheid weer een rol. Hoe pakt dat uit? Een paarvoorbeelden van de nieuwe Groninger architectuur.
‘De helft van de adressen voldoet aan de veiligheidsnorm!’, berichtte de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) in april trots. Maar de organisatie, die sinds 2020 verantwoordelijk is voor het onderzoeken en versterken van gebouwen in Groningen, staat nog steeds voor een immense klus: met 2028 als einddatum moeten nog zo’n 1.300 adressen worden beoordeeld op veiligheid en 11duizend huizen worden versterkt, of gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw. Zoals in de naoorlogse Nije Buurt in Ten Post, waar hele straten leegstaan; de bewoners verblijven tijdelijk in ‘wisselwoningen’, in afwachting van de herbouw van hun kapotte huizen. Roelf Schlukebir heeft het ‘gelukkig achter de rug’. De Jan Zijlstraat, waar hij met zijn echtgenote Bouwkie woont, is inmiddels herbouwd, na jaren van gesteggel over onderzoeksrapporten, gelden verantwoordelijkheden. Wat er stond is in een hedendaagse vorm teruggekeerd: twee-onder-een-kapwoningen en rijtjeshuizen, opgetrokken uit Groninger bakstenen, met gemetselde reliëfs en luifels boven de voordeuren.
Nominatie
Onlangs zag Schlukebir een busje langsrijden, waaruit de jury van de Groninger Architectuurprijs stapte, die het ontwerp van Spechtarchitecten nomineerde. Hij was verbaasd: ‘Dit straatje is te gewoon voor zo’n prijs.’ Schlukebir heeft ‘niet veel met architectuur’, maar wel een mening over hoe het eruitziet. ‘Er zijn in Ten Post veel vrijstaande huizen op een manier herbouwd waarvan ik zeg: dat vind ik niet meer passen. Het karakter van het dorp is daardoor weg. ’In zijn straat ervaart hij nog de oude sfeer. ‘De huizen zijn letterlijk op de oude fundamenten herrezen. Het ziet er mooi uit.’ Precies dat maakt dit project volgens de jury bijzonder. Esthetiek was tot voor kort immers geen onderwerp bij de versterking. Die werd benaderd als een puur technische opgave: extra kolommenbijplaatsen, of slopen en terugbouwen als het huis niet te redden viel. In het laatste geval werd veelal gekozen voor kant-en-klare catalogushuizen.
Verminken
‘Ik zie hoe gemeenten zich soms min of meer gedwongen voelen om landschappen te verminken met grote grijze dozen, terwijl karakteristieke boerenplaatsen zonder slag of stoot verloren gaan’, zei de toenmalige burgemeester van Groningen, Koen Schuiling. Met Nij Begun (2023), de reactie van het kabinet op de parlementaire enquête over de gaswinning, wilde men dat proces doorbreken. Het rijk zegde miljarden toe om de ‘ereschuld’ in telossen, en kwam met een pakket van vijftig maatregelen. Met als nummer dertien: meer aandacht voor ruimtelijke kwaliteit. Hoe pakt dat uit in de praktijk?
In de weg
Maatregel dertien kwam er mede dankzij architect Dianne Maas-Flim, die in 2021 door de gemeente Groningen is aangesteld als bouwmeester voor de versterking. Zij pleitte ervoor om – naast veiligheid en techniek – kwaliteit tot speerpunt van de versterking te maken en er meer architecten bij te betrekken. Daarop benoemde de NCG in 2023 stedenbouwkundige Enno Zuidema tot regiobouwmeester voor het aardbevingsgebied.
Kunnen zij de versterkingsopgave naar een hoger plan brengen? En zit de extra ‘schoonheids-eis’ de gewenste versnelling niet in de weg, zoals sceptici stellen? Om te beginnen met dat laatste: dat de gemeente Spechtarchitecten in 2018 bij het bouwproject voor de Jan Zijlstraat betrok, had weinig te maken met schoonheid. ‘Wij werden erbij gehaald om het compleet vastgelopen proces los te krijgen’, zegt architect Jochem Koster. Zijn bureau had eerder een ontwerp studie in het dorp gedaan en kende de situatie.
‘Wij zijn gaan praten met de bewoners, legden uit wat ze konden verwachten. Bijvoorbeeld wat de impact is van het bouwbesluit waaraan nieuwbouwwoningen moeten voldoen. Woonruimtes moeten tegenwoordig hoger en breder zijn dan zestig jaar geleden; de huizen werden zo 20 procent groter. Dat betekent dat je je best moet doen om met geveldetails – een daklijst, een metselverband –verfijning aan te brengen, anders raak je de kleinschalige uitstraling kwijt. ’Tijdens schetssessies spraken de architecten met alle bewoners over de gewenste indeling, waarna een aannemer het ontwerp uitwerkte. Koster: ‘Helaas ontstond daarna alsnog gedoe over budgetten, wat tot vertraging en verzuring leidde.’
Ontwerpopgave
Ook Maas-Flim was aanvankelijk vooral bezig om gestrande projecten vlot te trekken. ‘Ik kwam bij een echtpaar van wie het huis moest worden herbouwd; ze hadden bedacht dat de nieuwbouw achter het oude, te slopen pand moest komen. Pas toen de uitvoeringstekeningen klaar waren, ontdekten ze dat dat niet mocht volgens het bestemmingsplan. Ook de aannemer en de projectleider van de NCG hadden er niet aan gedacht om dat te raadplegen.’Maas-Flim concludeerde dat je, om dit soort situaties te voorkomen, de versterking moet benaderen als een ontwerpopgave, waarbij een architect vanaf het begin meedenkt. ‘Architecten zijn gewend om te werken met bouwregelgeving en welstandseisen, en kunnen bewoners helpen met hun woonwensen.’ Ze begon, naar Rotterdams voorbeeld, het programma Architect aan Zet, een manier om (ver)bouwprojecten ‘sneller en beter’ uit te voeren. Als (particuliere) opdrachtgevers een gekwalificeerde architect inschakelen en het project voldoetaan het bestemmingsplan en het bouwbesluit, verleent de ‘bouwheer’ voor de kwaliteitsborging, waardoor de gemeenteambtenaren ontlast worden. Er lopen inmiddels zo’n tien projecten. Ook in de rest van het aardbevingsgebied werken ontwerpers nu mee aan plannen. Dit zijn drie voorbeelden.
Nieuw-Gronings erf, Garmerwolde
Het eerste project dat via Architect aan Zet is gerealiseerd, staat in Garmerwolde: een markante, uit baksteen en hout opgetrokken tweekapper. Het is de nieuwe melkveestal van de familie Wigboldus, die al zeven generaties een veeteeltbedrijf heeft op deze plek. Na de aardbeving bij Huizinge werden hun boerderij en stallen total loss verklaard. Slopen en terugbouwen bleek niet mogelijk. ‘De regels voornieuwbouw schreven een grotere stal voor, maar de gemeente meldde dat dit vanwege de geur- en geluidsnormen niet toegestaan was op de oude locatie aan de dorpsweg’, zegt vader Jan Wigboldus. Op zoek naar alternatieven kwam de familie in 2016 in contact met Daad, het bureau van architect Rob Hendriks. Die had samen meteen erfontwerper en een energie-expert de adviesclub BoerEnBouwen opgezet, die boerenbedrijven bijstaat bijbouwplannen.
Proefkonijn
‘Wij zagen dat oude stallen veelal worden vervangen doorstandaardloodsen; een gemiste kans voor de boeren. Ons idee was om ze bij dit soort bouwprojecten ook de toekomstplannen voor het bedrijf te laten meewegen, en zaken als duurzaamheid.’ Samen met de Natuur en Milieufederatie van de provincie Groningen begonnen ze een pilot, de familie Wigboldus werd ‘proefkonijn’. Uit het (gratis) verbouwingsadvies kwam nieuwbouw op het terrein achter de oude boerderij als beste optie naar voren. Daarvoor moest wel het bestemmingsplan worden gewijzigd en was het nodig een nieuwe weg en leidingwerk aan te leggen; de kosten daarvoor werden niet vergoed door de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM).
‘Duurzaam en warm’
Uiteindelijk deed de gemeente Groningen een aanbod om het oude erf te kopen om daar woningbouw te ontwikkelen. De opbrengst heeft de familie geïnvesteerd in het bouwproject zoon Willard. Om het proces te versnellen is het project in 2022 via de Architect aan Zet-aanpak voortgezet. ‘De bouwvergunning was binnen een dag binnen, de aannemer kon direct beginnen.’ Hendriks kreeg bij elke bouwvergadering te horen dat ‘het heel mooi’ moest worden. Willard wilde een houten gebouw, ‘duurzaam en warm’, zijn broer Henk wilde Groninger bakstenen. Hendriks combineerde de solide rode onderbouw met een expressieve kapen gevels van lariks, waaraan allerlei onderkomens voor vogels hangen. Dat was een wens van vader en moeder Wigboldus.
Behouden huis: 17de-eeuwse boerderij in Lellens
In Lellens, 3 kilometer verderop, zit boerin Jolanda Dijkstra er bedrukt bij in haar 17de-eeuwse boerderij, onderdeel van een beschermd dorpsgezicht. In de stal, met zijn houten gebinten en stro zolder vol spinnenwebben, staan zestien koeien. Het plan was dat de gebouwen inmiddels zouden zijn versterkt. Er is niets gebeurt; de samenwerking met de NCG verloopt zeer moeizaam. Toch heeft de betrokkenheid van ontwerpers iets opgeleverd: dat dit karakteristieke pand behouden blijft.‘ Door de aardbevingen zit de boerderij vol scheuren’, zegt Dijkstra.‘ Muren, vloeren, daken: uit metingen bleek dat alles moet worden verstevigd. In 2021 is voor het eerst het versterkingsplan met mij besproken, en moest ik kiezen tussen versterken en sloopnieuwbouw.’Maas-Flim: ‘We hebben binnen de gemeente gezegd dat je ontwerpend onderzoek moet faciliteren als je bewoners voor zo’n ingrijpend dilemma stelt.’ De NCG meldde het project daarvoor aan, en zo kwam architect Hendriks van Daad Architecten in 2023aan tafel. Daarop vooruitlopend bezochten twee erfgoedexperts de boerderij. Dijkstra: ‘Toen zij me vertelden over de geschiedenis van deze plek en de historische sporen in de gebinten, wist ik: ik ga renoveren.’
Nul reactie
Samen met Hendriks bedacht ze een plan om de stal te versterken en isoleren, en tegelijk het huis levensloopbestendig te maken. In september 2023 waren de ontwerptekeningen klaar. ‘Het enige waarop ik nog wachtte, was het financiële overzicht van de NCG met de kosten voor de versterking en de andere bouwkundige aanpassingen, die ik zelf betaal. Dat de betrokken projectleider bij de NCG gestopt was, hoorde ik pas toen in februari 2024 zich een nieuwe meldde. Ik dacht: nu gaan we bouwen. Maar daarna kwam er geen bericht meer. Ik stuurde een mail, belde na. Nul reactie. Toen is er iets bij mij geknapt.’ In de aanloop naar dit artikel kreeg Dijkstra ineens een mail van de NCG: de projectleider wilde langskomen. Zij wil hem pas spreken ‘als een concrete stap gezet is’ en heeft Hendriks gevraagd om daarvoor met hem een afspraak te maken.
Niet-standaard sociale woningbouw, Uithuizen Noord
Toen architect Marnix van der Scheer van bureau MX13 eind 2022opdracht kreeg voor de versterking van sociale huurwoningen in Uithuizen, had corporatie Goud Wonen al besloten dat er zou worden gesloopt. Van der Scheer wilde iets nieuws ontwerpen dat zich zou ‘voegen op de plek’. Een kennis wees hem op een expositie over de lokale architect Berend Jager (1884-1945). ‘Ik herkende panden waar ik eerder was langs gelopen; de invloed van de Amsterdamse school, de Groninger baksteen, torentjes als accenten op de straathoeken, en dacht: zoiets moet het worden, maar in een hedendaagse vorm.’ Hij ontwierp gevels met gemetselde zitbankjes van geglazuurde groene bakstenen, en speciaal gemaakte huisnummers. Bewoner Arina Doorn kan niet wachten tot ze – na anderhalf jaar bivakkeren in een wisselwoning – in december de sleutel van haar huis krijgt. Doorn zat in de bewonerscommissie die meestemde bij de architectenselectie en meedacht over het plan. ‘De huizen zijn ruimer geworden, en door de details die erin verwerkt zijn ze niet standaard. Dat vind ik mooi.’
Ingemetselde vierkantjes
Van der Scheer haalde ook inspiratie uit wat er al was. Hij wijst op de bakstenen, nog te slopen rijtjeshuizen aan de overzijde van de straat. ‘Dezelfde soort huizen stonden hier.’ Ze zijn onderdeel van het zogeheten 1.000-woningenplan waarmee Groningsegemeenten na de Tweede Wereldoorlog de woningnood aanpakten. Met een door architectenbureau Drewes & Kuiler ontworpen prefab-bouwsysteem werden in twee jaar tijd 1.102 woningen gebouwd. Elk huis kreeg drie witte stenen vierkantjes boven de voordeur, die stonden voor de drie nullen. Van der Scheer: ‘Het ontwerp was pretentieloos, maar met aandacht gemaakt.’ In de zijgevels van de nieuwbouw heeft hij drievierkanten laten inmetselen met uitgezaagde baksteenvlakken uit de oude huizen, ‘als een herinnering aan wat er stond’. Al kun je het ornament ook lezen als een aansporing om met dezelfde aandacht te bouwen aan de versterking.
artikel door Kirsten Hannema schrijft voor de Volkskrant over architectuur, landschapsontwerp en stedenbouw.
fotografie door Harry Cock
5 november 2024,